Jeremia 50:4

SVIn dezelve dagen en ter zelver tijd, spreekt de HEERE, zullen de kinderen Israels komen, zij en de kinderen van Juda te zamen; wandelende en wenende zullen zij henengaan, en den HEERE, hun God, zoeken.
WLCבַּיָּמִ֨ים הָהֵ֜מָּה וּבָעֵ֤ת הַהִיא֙ נְאֻם־יְהוָ֔ה יָבֹ֧אוּ בְנֵֽי־יִשְׂרָאֵ֛ל הֵ֥מָּה וּבְנֵֽי־יְהוּדָ֖ה יַחְדָּ֑ו הָלֹ֤וךְ וּבָכֹו֙ יֵלֵ֔כוּ וְאֶת־יְהוָ֥ה אֱלֹהֵיהֶ֖ם יְבַקֵּֽשׁוּ׃
Trans.bayyāmîm hâēmmâ ûḇā‘ēṯ hahî’ nə’um-JHWH yāḇō’û ḇənê-yiśərā’ēl hēmmâ ûḇənê-yəhûḏâ yaḥədāw hālwōḵə ûḇāḵwō yēlēḵû wə’eṯ-JHWH ’ĕlōhêhem yəḇaqqēšû:

Algemeen

Zie ook: Huilen, Wenen

Aantekeningen

In dezelve dagen en ter zelver tijd, spreekt de HEERE, zullen de kinderen Israëls komen, zij en de kinderen van Juda te zamen; wandelende en wenende zullen zij henengaan, en den HEERE, hun God, zoeken.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

בַּ

-

יָּמִ֨ים

In dezelve dagen

הָ

-

הֵ֜מָּה

-

וּ

-

בָ

-

עֵ֤ת

en ter zelver tijd

הַ

-

הִיא֙

-

נְאֻם־

spreekt

יְהוָ֔ה

de HEERE

יָבֹ֧אוּ

komen

בְנֵֽי־

zullen de kinderen

יִשְׂרָאֵ֛ל

Israëls

הֵ֥מָּה

-

וּ

-

בְנֵֽי־

zij en de kinderen

יְהוּדָ֖ה

van Juda

יַחְדָּ֑ו

te zamen

הָל֤וֹךְ

wandelende

וּ

-

בָכוֹ֙

en wenende

יֵלֵ֔כוּ

-

וְ

-

אֶת־

-

יְהוָ֥ה

en den HEERE

אֱלֹהֵיהֶ֖ם

hun God

יְבַקֵּֽשׁוּ

zoeken


In dezelve dagen en ter zelver tijd, spreekt de HEERE, zullen de kinderen Israëls komen, zij en de kinderen van Juda te zamen; wandelende en wenende zullen zij henengaan, en den HEERE, hun God, zoeken.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!